Lesideeën
Mini-les 4 basisemoties

Mini-les 4 basisemoties

Als kinderen de 4 basisemoties kennen en snappen hebben ze de taal om al hun gevoelens te kunnen verwoorden en te uiten. Het kennen en snappen van de vier basisemoties is vergelijkbaar met het snappen van de primaire kleuren. Net als alle andere kleuren voortkomen uit de primaire kleuren zijn alle emoties een mix, of variatie op: bang, boos blij en bedroefd.

Les:

  1. Laat de plaatjes van de vier ‘hoofdgevoelens’ (boos, verdrietig, blij en bang) zien. Speel ze dan na en laat de kinderen steeds raden welk gevoel je speelt.
  2. Hang de plaatjes op vier plekken in de klas.
  3. Laat de kinderen in ‘een kluitje’ in het midden van de klas staan en leg ze uit dat ze straks naar de plaatjes toe mogen lopen.
  4. Vertel dat ze het niet fout kunnen doen; je kan een ander gevoel hebben in dezelfde situatie.
  5. Lees telkens een van de volgende zinnen voor en laat de kinderen lopen naar het gevoel dat ze dan zouden hebben in die situatie:

    Als ik niet mag meespelen voel ik me…
    – Als iemand zegt dat ik heel lief ben voel ik me…
    – Als er een grote enge hond op me af komt voel ik me…
    – Als iemand me uitlacht voel ik me…
    – Als iemand met me wil vechten voel ik me…
    – Als ik gepest word voel ik me…
    – Als iemand mijn werkje stuk maakt voel ik me…
    – Als ik de juf/meester mag helpen voel ik me…
    – Als iemand mijn vriend niet meer wil zijn voel ik me…
    – Als iemand mij helpt voel ik me…
    – Als iemand mijn vriend wil worden voel ik me…

  6. Vertel dat gevoelens heel normaal zijn, omdat alle mensen gevoelens hebben.
  7. Voer een gesprek met de kinderen over wat helpt als je je boos, verdrietig, of bang voelt. Hang evt een vel of poster met daarop alle antwoorden in de klas. Met de namen achter elk antwoord (tekening maken, huilen, knuffelen, sporten) van de kinderen die dat helpend vinden.